HELP, MIJN DREUMES STORT ZICH OP ONZE HOND EN MIJN HOND SCHRIKT ERVAN!

Tips voor het begeleiden van het jonge kind

Wanneer je als ouder voor een dreumes zorgt kan het een hele uitdaging zijn wanneer je kleintje begint te kruipen en op ontdekkingstocht gaat, vooral wanneer ze vol enthousiasme op je hond afrennen.

Voor de meeste honden is dit een tijd vol soms onverwachte ontmoetingen, vooral wanneer kleine armpjes zich wijd openen en recht op hen afstormen.

In dit artikel deel ik het verhaal van Eugenie en Victor, deelnemers uit ons programma Hondenkind, waarin zij vertellen hoe Sven, hun enthousiaste dreumes van 1 jaar en 4 maanden, zich vol overgave stort op de hond Puckie.

Ondanks de oplettendheid van de ouders en een veilige omgeving zijn er soms momenten waarop ze niet direct kunnen ingrijpen, wat resulteert in een gespannen reactie van de hond, zoals blaffen en zelfs een keer grommen.

Deze situaties noem ik ‘Hondenbrandjes’. Volgens mijn definitie zijn ‘hondenbrandjes’ incidenten waarbij er geen fysieke beet plaatsvindt, maar waar de hond toch een negatieve ervaring heeft in het contact met het kind.

Wanneer er te veel ‘hondenbrandjes’ optreden, ontstaat het risico dat het op een dag misgaat en de hond mogelijk wel bijt.

Het is van essentieel belang om deze ‘hondenbrandjes’ serieus te nemen en proactief maatregelen te nemen om een veilige interactie tussen je kind en de hond te waarborgen.

Om je hierbij te helpen deel ik een advies met je.

We hebben alles al geprobeerd…

De ouders van Sven hebben diverse benaderingen uitgeprobeerd, waaronder Puck veilig plaatsen in zijn riante kamerkennel, Sven prijzen voor goed gedrag, en uitleggen dat Puck er bang van wordt. En op deze laatste aanpak wil ik dieper ingaan.

Het is van essentieel belang om te begrijpen dat het empathisch vermogen van een kind op deze leeftijd nog volop in ontwikkeling is.

Op de leeftijd van 1 jaar en 4 maanden kan Sven eenvoudige emoties herkennen, zoals blijdschap of verdriet, en hierop reageren. Bijvoorbeeld, als zijn vader verdrietig is, kan hij proberen hem te troosten. Maar zijn reacties zijn voornamelijk gebaseerd op zichtbare emoties en direct waarneembaar gedrag.

Wat nog een te uitdagende taak voor Sven is, is het begrijpen van abstracte emoties, vooral bij dieren zoals honden. Hij kan nog niet zelf bedenken dat het in de vacht duiken van de hond de hond zou kunnen laten schrikken.

Op deze leeftijd is een kind veel meer reactief dan proactief. Het reageert op wat het ziet, maar het vermogen om abstracte emoties en mogelijke gevolgen te begrijpen, is nog volop in ontwikkeling.

Praktische Stappen:

In de uitdaging van het begeleiden van zowel een jong kind als een hond, kun je als ouders soms verdwalen. De complexiteit ontstaat vaak doordat we niet precies weten hoe je met de hond om moet gaan en welke interacties je zou kunnen toestaan of juist beter kan vermijden.

Hier volgen enkele praktische stappen om deze uitdagingen makkelijker te maken,

Om situaties zoals die met Sven en Puckie te begeleiden, introduceer ik bij ouders de “Koekjes-vraag”.

Ik stel aan ouders een eenvoudige vraag:

“Hoe vaak mag je kind een tussendoortje, iets lekkers, een koekje?”

Ik vind dat het een wenselijke situatie is dat dit beperkt is tot enkele momenten per dag, én dat je als ouder dit op deze leeftijd bepaalt.

Dan stel ik de vraag:

Mag je kind dit uit zichzelf pakken, of wil je dat je kind leert erom te vragen?

Ik vind het waardevol dat ouders hun kind leren om hierom te vragen, in plaats van dat het kind zelf naar de kast te loopt om het te pakken.

Dit simpele moment van vragen leert kinderen om te gaan met verzoeken, uitgestelde behoeften en het begrijpen van grenzen. Het gaat niet om het koekje zelf, maar om het leren omgaan met verlangens.

Dan leg ik uit:

Stel je voor dat we de hond nu eens zien als het ‘koekje’.

Telkens wanneer Sven naar Puckie wil, herinner je hem eraan het eerst te vragen, net zoals hij zou doen voor een koekje. Het is een stapsgewijze aanpak om begrip en grenzen te kweken.

Voor een kind is dit natuurlijk moeilijk, maar wel ontzettend belangrijk. Terwijl in veel huishoudens de koekjes hoog en droog achter de kastdeuren staan, geldt dit niet voor de hond.

De hond fungeert eigenlijk als het wandelende koekje, de hele dag beschikbaar en zo voor het grijpen. En voor veel kinderen van deze leeftijd is de hond net zo aantrekkelijk en lekker als een koekje.

Echter, het is juist hierbij belangrijk dat het kind leert niet zomaar naar de hond te grijpen en zich er niet ongevraagd de hele dag aan te ‘verlekkeren’.

Op deze manier leren kinderen al vanaf jonge leeftijd enkele kleine stapjes naar respectvol en geduldig omgaan met de hond, vergelijkbaar met hoe ze met andere verleidelijke zaken zouden moeten omgaan.

De wijsvinger

Een bezwaar dat sommige ouders misschien hebben, is dat kinderen op deze leeftijd nog niet over genoeg communicatieve vaardigheden zouden beschikken.

Maar zelfs als kleintjes nog niet verbaal kunnen communiceren, gebruiken ze vaak geluiden en gebaren om hun wensen duidelijk te maken.

Kinderen beginnen in hun ontwikkeling meestal tussen de 9 en 14 maanden met hun wijsvinger te wijzen om aandacht te vestigen op iets dat hen interesseert of om een verzoek duidelijk te maken.

Kind vriendelijke aanpak

Hoe ziet dat er nu praktisch uit in het dagelijks leven?

Hier volgt een scenario zodat ik hoop dat het je helpt het toe te passen. Want onze kinderen en onze honden hebben niets aan jouw kennis wanneer je het niet gaat toepassen.

Stel je voor:

Sven loopt recht op Puckie af.

De ouder staat snel, maar kalm op en zegt duidelijk:

Sven, STOP. Kom eens bij me.

Altijd eerst vragen aan papa of mama voor een ‘Puckie’.”

Vervolgens loopt de ouder samen met het kind naar de hond en laat zien hoe je op een fijne manier met de hond omgaat.

Natuurlijk vergt dit aanvankelijk wat extra inspanning, maar op de lange termijn zal het je veel gemopper, energie en tijd besparen. Geleidelijk aan zal jouw kind bij het woordje STOP en jouw vraag om bij je te komen, reageren, vooral wanneer er iets volgt wat aantrekkelijk is voor het kind, zoals samen naar de hond gaan.

De kunst is om een begeleid momentje aan te bieden waarbij het kind net zo staat te glunderen, maar dan samen met jou en de hond.

En natuurlijk kost dit tijd en energie, maar wat is het alternatief? Denk aan al die ‘hondenbrandjes’ die je kunt voorkomen.

Bedenk daarom nu eens een alternatief waarbij je kind de handjes thuishoudt maar wel in contact is met je hond.

  

Wens je hierbij hulp, wil je tijd besparen en kant-en-klare activiteiten op video ontvangen? Meld je dan aan voor het programma Hondenkind. 

Wens je graag 1-op 1- met mij te werken. Voel je welkom om je aan te melden voor een persoonlijk gesprek. Ik help je graag om het probleem helder te krijgen en vooral om oplossingen te ontdekken die passen bij jouw gezin.

Dit gesprek is echter niet voor iedereen.

Daarom heb ik een vragenlijst opgesteld die je kunt invullen. Op basis van je antwoorden hoor je dan zo spoedig mogelijk of een persoonlijk gesprek aansluit bij jouw behoeften.

Dierbare groet

Cindy